Ethiopie

30 september 2018 - Addis Abeba, Ethiopië

  Ethiopië

Vrijdag 7 sept. Komen we de grens over en is het wel weer wennen om rechts te rijden. Omdat het al laat in de middag is overnachten we in het grensplaatsje Moyale op de parking bij een hotel. Douches zijn er niet en de toiletten zijn verschrikkelijk goor. De volgende dag rijden we door naar Yabelo over een goede weg. We hebben de auto maar eens laten wassen daar. Op zondag rijden we verder naar Konso. Er zijn veel lifters onderweg, maar voor de veiligheid nemen we maar niemand mee. We bezoeken het Konso village met een gids. Dit is een traditioneel dorpje, dat op de Unesco werelderfgoedlijst staat. Het dorpje is helemaal met stenen ommuurd en er wonen 3000 mensen op de traditionele manier. Zij zijn de bedenkers van de terrasbouw op de berghellingen.  Er zijn in totaal 9 clans. Als de jongens 12 jaar worden moeten ze apart gaan slapen in het community house, tot ze trouwen. Vanaf een jaar of 16 mogen ze trouwen als ze in staat zijn om een grote ronde steen achterover over hun hoofd te gooien. We worden uitgenodigd bij een brouwerijtje om een biertje te drinken, gemaakt van mais en sorgum. Het is niet te drinken, maar je kunt die mensen natuurlijk niet beledigen. We overnachten op de parkeerplaats bij de mooie Kantu Lodge.

Maandag 10 sept. Vandaag willen we wel weer eens een keer een lekkere douche nemen. Het hotel vraagt daar echter 15 dollar extra voor en dat doen we natuurlijk niet, want we betalen al 20 dollar. (Erg veel voor Ethiopië). Uit boosheid hangen we een gordijntje aan onze deur en gaan we vlak voor de receptie bij onze auto buiten staan te douchen. Daarna vertrekken we naar Jinka, maar gaan eerst nog even naar de markt in Konso. Het is een heel kleurrijk geheel. Er staat zelfs een grote groep vrouwen met gele jerrycans vol water, die ze zelf gehaald hebben in de rivier, om die te verkopen. Locals komen van heinde en ver te voet om een kip of geit te (ver)kopen. De uitzichten onderweg op de terrassen zijn schitterend. Het is een drukte van belang onderweg. Mensen kijken heel verbaasd als wij langs rijden en zwaaien of gebaren om te stoppen om iets te kopen of geld te geven.De weg is redelijk goed en we zijn al vroeg in Jinka bij het Eboyet hotel. Daar mogen we op de parkeerplaats camperen en de douche en toilet van een huisje gebruiken. ‘S middags wandelen we door de stad en worden aangesproken door een vriendelijke man met zijn zoon. Samen drinken we een biertje op een terrasje. ‘S nachts slapen we erg slecht, omdat om half 5 het gejank vanuit de moskee begint, en ze gaan door tot 8 uur!! Twee jongetje vinden ons en onze auto wel interessant. Vooral de haren op Jan zijn armen en benen vinden ze fascinerend. Het is vandaag nieuwjaarsdag 1-1-2011 volgens de Ethiopische jaartelling. Overal is het natuurlijk feest in de stad. We gaan met een gids in onze auto op pad naar een Mursi dorpje in het Mago national Parc. Het is nog een heel eind rijden over slechte wegen. We komen langs kleine arme dorpjes waar bewoners geld hebben uitgelegd om een koe te slachten voor nieuwjaar. Het vlees wordt onderling op de grond verdeeld. Onderweg moeten we ook nog een scout met geweer in onze auto meenemen om ons te begeleiden. De Mursi mannen kunnen soms agressief zijn als ze teveel bier hebben gedronken. Het dorpje ligt verscholen in het n.p. En bestaat uit kleine hutjes van stro. Vooral de vrouwen en kinderen zijn mooi versierd. Vrouwen met schotels in hun lip en oren. Ook zijn er met witte kalk versierd, en sommigen met littekens in een mooi patroontje. Vrouwen kunnen ervoor kiezen om als ze 18 jaar zijn een Lipschotel te nemen. Ze zijn dan veel mooier en dus meer waardevol voor een grote bruidsschat. Ze moeten dan ook de onderste 4 tanden trekken en dan wordt er een snee onder hun lip gemaakt die steeds wordt uitgerekt met grotere schotels. Ze willen allemaal graag op de foto omdat ze dan 5 Birr krijgen, dus dat is dringen. We overnachten op een echt grasveld bij de Eco Omo Lodge, waar we lekker Italiaans kunnen eten.

Woensdag 12 sept. rijden we na een super de luxe ontbijt in de lodge, verder naar Arba Minch. Het is een lange rit van 250 km. Weer veel terrasbouw op de hellingen en overal kuddes koeien en schapen over de weg, en mensen van diverse stammen in mooie traditionele kledij. Ze roepen en zwaaien vrolijk. Het is erg lastig om een rustig plekje te vinden om even een boterham te eten langs de weg. Zelfs op de meest afgelegen plek staan er binnen de kortste keren tientallen mensen om je heen, die je aanstaren. Je kunt boos worden en proberen ze weg te sturen, maar dat heeft geen enkele zin. Langs en op de weg doen kinderen dansjes of verkopen souvenirs; alles om aan geld te komen. Rond vier uur komen we bij de mooie Emerald Lodge die tussen de 2 meren in ligt. Deze meren zijn met elkaar verbonden door de zeg Brug van God. Over de kampeerplaats scharrelt een familie wrattenzwijnen rond. Zelf eten wij lekker op het mooie terras aan het meer.

Donderdag 13 sept. Vandaag bezoeken we het authentieke, hooggelegen dorpje Dorze. Deze mensen wonen in typische hutten gemaakt van bamboe. Ze hebben een vorm die lijkt op een olifantskop. Ze worden ongeveer 12 meter hoog gebouwd, maar in de loop der tijd worden ze lager, doordat de onderkant wordt aangevreten door termieten. De vrouwen spinnen en de mannen weven. Het vee verblijft ook in de hutten, omdat ze ‘s nachts dan voor extra warmte kunnen zorgen. In de tuin groeien “false Bananas”, waar ze een soort gefermenteerde pannenkoek van bakken. Die is best te eten met verse ruwe honing erbij. Ook bezoeken we daar de wekelijkse markt. Daar wordt echt van alles verkocht: vee, ruwe katoen,  gesponnen garen, allerlei bladeren, takken ,kruiden, bonen, tabak, koffie enz.enz. Ze kunnen hier werkelijk alles uit de natuur gebruiken. We drinken tej (honingwijn) in een kroegje en bezoeken een pottenbakster, die haar eigen klei maakt van stenen.

Vrijdag14 sept. Vandaag vertrekken naar Awassa. De weg is prima, maar het is altijd opletten geblazen met alle geiten, koeien en ezelskarren op de weg. Awassa is best een moderne stad, we vinden er zelfs een bakker en kamperen bij een hotel aan het meer. We mogen douche en toilet gebruiken in een kamer, maar de volgende ochtend is er weer eens geen water en geen stroom. Er zitten veel apen hier, ook colobusapen, waar we mooie foto’s van maken. De volgende dag gaan we naar de Bale Mountains. Een schitterende route van ongeveer 190 km. Het is wel voortdurend klimmen. Als we eindelijk aankomen bij de ingang van het nationale Parc, kunnen we geen kaartjes kopen, omdat de kassier in het ziekenhuis ligt. We mogen dan toch het Parc in morgenochtend en moeten dan later terugkomen om de entree te betalen. Omdat we geen plek vinden waar we kunnen kamperen, nemen we een kamer in een hotel voor 40 dollar, maar ook hier hebben ze weer geen stroom en water. Op zondag staan we om 5.15 uur op om naar het nationaal Parc te gaan. We willen naar het Sanetti Plateau op 4100 m hoogte, want daar schijnen zeldzame Ethiopische wolven te leven. Omdat het gisteravond heel hard heeft geregend zijn er onderweg diverse uitdagende modderpoelen die we over moeten. Gelukkig gaat dat goed en als we het plateau bereikt hebben zien we drie wolven op jacht. Ze jagen op vogels en een soort van buidelratten die ze uit hun hol opgraven. Later zien we nog een wolf die net een buidelrat heeft gevangen. De motor van de auto raakt oververhit en er lekt water uit, dus gaan we maar weer zo snel mogelijk terug. Eind van de middag bereiken we een camping in Sashemene. Een soort rasta camping die gerund wordt door een Frans stel met dreadlocks tot op hun enkels. Iedereen rookt daar wiet of kauwt op chat.

Maandag 17 sept. De eigenaresse van de camping rijdt met ons naar een garage in het dorp om onze auto te laten maken. Het blijkt dat de radiateur kapot is en dat de uitlaat loshangt. Om de radiateur te laten maken moet de halve motor eruit gesloopt worden. Na een uurtje of 6 is het klaar en moeten we 1750 birr (55 euro) betalen en kunnen weer op pad. We komen dan niet ver meer, en na ongeveer 50 km komen we op een kleine campsite aan het meer. Een mooie plek met slecht sanitair, dus douchen we maar weer bij onze auto. De volgende dag weer verder naar Addis Abeba. Hoe dichter we bij de stad komen, hoe slechter de weg wordt. Het verkeer in de stad is vreselijk druk en chaotisch. We gaan naar Wim’ sHolland House. Een bekende plek bij overlanders, waar we hopen wat advies te kunnen krijgen over zaken als VISA en het boeken van de overtocht naar Europa. Helaas blijkt Wim inmiddels overleden te zijn, zit zijn vrouw in Nederland en tot overmaat van ramp is ook nog de wasmachine stuk.

Woensdag 19sept gaan we om 9 uur naar de Soedanese ambassade. We worden snel geholpen en het aanvraagformulier wordt zelfs voor ons ingevuld. We moeten wachten tot de kassier er is en dan kunnen we daar betalen. Hij belooft ons dat het visum vanmiddag na de lunchpauze klaar is. Als we die middag terugkomen is het visum natuurlijk niet klaar en wordt er belooft dat het de volgende ochtend om 9 uur klaar zal zijn. Dus komen wij braaf de volgende ochtend weer terug en wat blijkt: nog geen visums: dus kom vanmiddag maar weer terug!!  Na de nodige boze woorden en discussies blijken de visums plotseling toch klaar te liggen en kunnen we vertrekken naar Debre Markos. Een prachtige bergachtige route met veel gesmolten asfalt; we klimmen en dalen afwisselend tussen 1000 en 3500 m hoogte. Vrijdag vervolgen we ons weg naar Bahir Dar. Om onderweg een plekje te vinden om koffie te drinken en een boterham te eten is altijd een probleem. Hoe afgelegen het ook lijkt, binnen de kortste keren hebben we weer een heel publiek die ons aan staan te staren. Bahir Dar is een mooie plaats aan het Tana meer; de Rivièra van Ethiopië. We overnachten bij Desset resort op de parking aan het meer.

Zaterdag 22 sept. Zijn we al vroeg op voor de tocht naar de kloosters en de watervallen. Met een boot varen we naar twee eilandjes waar kloosters uit de 12e eeuw staan. Ze zijn erg sober; een rond gebouw van hout en riet, met een binnenvielen en een buitencirkel, en bijbelverhalen afgebeeld in kleurige schilderingen. Na de middag vertrekken we met een busje naar de waterval in Tis Abay. Na een hobbelige rit door mooie dorpjes komen we bij de entree. Vandaar is het nog een uurtje lopen over modderige paadjes naar de waterval. Doordat er zoveel regen is gevallen de afgelopen tijd is er veel water, dus ziet de waterval er spectaculair uit. De volgende dag rijden we naar Lalibela. Een rit van ruim 300 km, dat kost hier een volle dag rijden. Omdat het zondag is lopen veel mensen met witte doeken om en gaan naar de kerk. Opeens is er een blokkade van een hele groep mannen. Ze klimmen in de laadbak van onze voorganger en willen ook met ons meerijden, maar dat weigeren we. Een stuk verder is er een politieke demonstratie bezig. Allerlei mensen klimmen op busjes en vrachtwagens en het verkeer zit muurvast. Gelukkig biedt onze auto geen houvast om op te klimmen!! Er lopen zelfs mensen met automatische geweren tussen. Na een oponthoud van ongeveer een uur kunnen we verder. Het laatste stuk naar Lalibela is onverhard, maar wel in een schitterende omgeving. We komen aan bij hotel Tukul village, en ze hebben zowaar een echte campsite met gras. We bespreken alvast een gids om de volgende dag de kerken te gaan bekijken.

Maandag 24 sept. BeZoeken we de 11 beroemde rotskerken van Lalibela. Het is ongelooflijk hoe mooi en symmetrisch ze uit de rotsen zijn gehakt. We hebben een leuke gids die veel weet te vertellen. Volgens de legende ziin deze kerken in 20 dagen met behulp van engelen uit de rotsen gehakt. Dit was omstreeks het jaar 1120. Het is er redelijk rustig en we kunnen de kerken goed bekijken. In elke kerk is een bewaker en een priester. Een keer mogen we zijn kruis kussen (van zijn staf wel te verstaan) en zegent hij ons. Tussen de middag lunchen we heel lekker met een injeera, met allemaal groenten en sauzen zg fasting food. 

Dinsdag 25 sept. Vandaag trekken we weer verder naar Gonder. Een lange mooie route door de bergen. De weg is wel verraderlijk met potholes en verzakkingen. Twee keer merken we die te laat op en worden bijna gelanceerd. Zo langzamerhand worden we wel een beetje simpel van alle aandacht die we krijgen langs en op de weg. Vooral kinderen die zwaaien en roepen you, you you give me money!!  Alsof wij hier rondrijden met een auto vol geld dat we overal uitdelen. In Gonder is het markt en er is bijna geen doorkomen aan met de auto. Uiteindelijk bereiken we Yohannes Guesthouse waar we in de tuin kunnen overnachten. Alleen jammer dat er weer eens geen stroom is. De volgende dag bezoeken we in Gonder het Royal Enclosure. Dit complex bestaat uit een aantal paleizen en kerken van voormalige koningen en keizers uit de 16e en 17e eeuw. Het is een mooie plek en heerlijk rustig. In de stad zijn de voorbereidingen voor Meskel volop aan de gang. Dit is het feest van de kruisverbranding en overal in de stad worden kruisen opgericht van takken en gele bloemetjes. Die worden vanavond en morgen allemaal feestelijk in brand gestoken. 

Donderdag 27 sept. gaan we naar de Simien Mountains. In Debark kopen we tickets voor dit nationaal Parc, maar dan blijkt dat we verplicht zijn om een gewapende scout mee te nemen in de auto. Niet zo leuk natuurlijk, want die scouts spreken amper een paar woordjes Engels, dus je kunt er niet mee communiceren. Hij heeft alleen een slaapzak bij zich, dus delen we ons brood, koffie en bananen met hem. We maken onderweg een mooie wandeling met hem. Verder is het erg mistig, dus zien we niet zoveel. Als we aankomen bij Chenek camp begint het keihard te regenen en te hagelen we zitten op 3600 meter hoogte en ‘s nachts is het echt ijskoud! De scout overnacht in het community camp en hoeft gelukkig niet in onze auto te slapen! We eten maar weer eens noodles met een blikje erwtjes erbij; lekker makkelijk. De volgende morgen gaan we om 7 uur op pad met onze scout en wandelen in de omgeving naar mooie uitkijkpunten. We bezoeken ook nog een waterval bij een diepe kloof. Daar cirkelen zeldzame lammergieren in het rond die wel tot 3 m breed kunnen zijn met gespreide vleugels. Ook zien we onderweg bosbodem en veel Gelada bavianen; een heel aparte soort. Na een laatste zware wandeling rijden we terug naar Debark waar we onze scout weer afzetten. Vanaf hier rijden we naar Lake Tana naar een camping van Nederlanders; Tim en Kim Village. De camping valt wat tegen geen warm water en geen WiFi, maar wel schone toiletten en douches.  Er zitten wel veel prachtige vogels en veel vliegen. We blijven hier 2 nachten en ontmoeten Mart en Anouk die van Nederland naar Kaapstad rijden. Zij vertellen nogal wat horrorverhalen over de politie en douane in Egypte. Zij hebben hun auto verscheept van Griekenland naar Egypte; wij willen dit dan andersom doen. Tijdens de overtocht zijn er veel spullen uit hun auto gestolen. Dus wij gaan ons nog maar eens beraden wat te doen. 
Zondagochtend vertrekken we naar de grens met Soedan, en verlaten we het prachtige Ethiopië.  

Foto’s

10 Reacties

  1. Jan en Lies:
    4 oktober 2018
    Jammer genoeg is het niet gelukt om alle foto’s te plaatsen. Dit is nog maar de eerste helft. We proberen de rest later nog te plaatsen. Groetjes Liesbeth en Jan
  2. Bram Strijbos:
    4 oktober 2018
    Toch mooie foto's hoor. :)

    En voor wat betreft de overtocht naar Griekenland: omrijden via Syrie lijkt me op dit moment ook niet echt een optie... :-|
  3. Alfred:
    4 oktober 2018
    Wat hebben wij een saai leven hier als ik jullie verhalen lees😎😉succes verder met jullie reis ,wilma en Alfred
  4. Peter v.d. Vorst:
    4 oktober 2018
    Wat een belevenissen, het is en blijft indrukwekkend waar jullie mee bezig zijn. Hopelijk verloopt het laatste gedeelte van jullie reis zonder problemen. Ik kijk uit naar het volgende verslag van deze prachtige reis.
  5. Loes:
    4 oktober 2018
    Leuk verslag pap en mam! Klinkt goed die noodels met erwtjes 😝 xxxx Loes
  6. Wilma Veltman:
    5 oktober 2018
    prachtige foto's. die kleuren!!! En dan die schotel lippen...ieks!!! Maar een indrukwekkende reis! veel plezier nog.
  7. José de Lau:
    5 oktober 2018
    Wat een prachtige kleurrijke foto's zeg. Dan wordt jullie verhaal nog meer inspirerend. Nog even spannend hoe jullie naar Europa komen, we blijven het volgen..... hartelijke groet uit Summere Karel en José
  8. Martin van Schijndel:
    6 oktober 2018
    Fantastisch zo'n reis.Ik ben stinkend jaloers. Voor dadelijk een mooi vervolg van jullie reis en behouden thuiskomst.
  9. Jeanne:
    9 oktober 2018
    Dag Liesbeth en Jan,
    Ik ben niet stinkend jaloers op jullie, ik voel me hier in Belgie toch even wat veiliger !!!
    Maar het zijn spannende en mooie verhalen,jullie houden daar van,
    en prachtige foto,s.
    Jullie zullen jullie nieuwe badkamer wel veel gaan gebruiken bij thuiskomst,het is daar maar behelpen.!!!
    Ik wens jullie weer veel plezier,de groeten van Tiny, is nog steeds in zijn tuin bezig,gaat mooi worden, het gras is er uit , en in plaats daarvan mooie steentjes, met planten bomen en struiken.
    Liefs, Jeanne.
  10. Francé en Berry:
    10 oktober 2018
    Dag Liesbeth en Jan.
    Geweldige verhalen, het lijkt alsof we er zelf bij zijn. En wat een prachtige foto’s!
    Blijf vooral genieten van al het moois!
    Groetjes, Francé en Berry